Het Oostelijk Havengebied: mijn dorp in de grote stad

Veemkade – Freerk de Vos – februari 1998

Veemkade – September 2014

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het Oostelijk Havengebied. De wijk in het stadsdeel Zeeburg waar ik al zestien jaar woon. Sinds 2010 is het officieel geen stadsdeel meer, maar als je aan ons Zeeburgenaren vraagt waar we wonen vertellen we je liever dat we in Zeeburg wonen dan dat we in stadsdeel Oost wonen.

De wijk wordt sinds het einde van de 20e eeuw bewoond. Hiervoor werd dit deel van Amsterdam gebruikt als haven en opslagplek met zijn vele pakhuizen, zoals te zien is op de hoofdafbeelding van deze blog. Veel van deze pakhuizen staan nog steeds in de wijk maar worden nu gebruikt als huis, kantoor of horeca gelegenheid en horen nu bij het beeld van de buurt.

Toen de havenactiviteiten afnamen werd het een verlaten deel van Amsterdam, waar veel krakers zaten. Een plek waar de Amsterdammer liever niet kwam. Maar daar is sinds 1990 een grote verandering in gekomen. Toen werden er op grote schaal huizen gebouwd op de eilanden, die een groot deel van de wijk vorm geven. Niet alleen kwamen er veel huizen te staan, maar ook voor woonboten was dit een ideale plek om aan te meren.

Als ik aan een paar bewoners van het Oostelijk Havengebied vraag wat de grootste veranderingen tussen de twee foto’s hierboven zijn, is dat ook een van de eerste punten die er worden genoemd. De woonboten zijn dan ook een belangrijk element van het beeld van het Oostelijk Havengebied, net zoals het water waar ze in liggen. Vroeger werd er nauwelijks gezwommen in het water waar het Oostelijk Havengebied aan ligt. Djoe Lan Tan (49), woont sinds 1998 in het Oostelijk Havengebied en vertelt dat haar buren wel eens in het water zwommen, “Dan zei ik altijd: ‘Ik wacht eerst wel af of jullie een gekke ziekte krijgen en zo niet, dan wil ik ook wel zwemmen.'” Tegenwoordig is het dé hotspot van Amsterdam om er tijdens warme zomerdagen te zwemmen, ook al mag dit eigenlijk niet van de gemeente.

Toen de meeste huizen in het Oostelijk Havengebied net opgeleverd waren, werd het gezien als een plek waar ‘de yuppen’, young urban professionals, gingen wonen. Mensen die wat meer uit te geven hadden en wel in de stad wilde wonen maar dan wel ruim. Hierdoor werd het een witte wijk. Ook werd het gezien als de uithoek van Amsterdam.

“Oostelijk Havengebied? Daar is niet zo veel te doen hé?” en “Oh dat is zo ver van de stad vandaan”, hoorde Estelle Lemmonnier (40), die sinds 1999 in het Oostelijk Havengebied woont, (40) vaak als ze vertelde waar ze woonde

“Oostelijk Havengebied? Daar is niet zo veel te doen hé?” en “Oh dat is zo ver van de stad vandaan”, hoorde Estelle Lemmonnier (40), die sinds 1999 in het Oostelijk Havengebied woont, (40) vaak als ze vertelde waar ze woonde.Tegenwoordig hoort ze positievere woorden over de buurt: er zijn meer winkels en horeca gelegenheden bij gekomen en er is veel ruimte voor recreatie.

Maar toen de wijk net in gebruik werd genomen, zorgde die nieuw-heid wel voor een bepaald gevoel van samenhorigheid: de wijk was voor iedereen nieuw en iedereen maakte gebruik, van de toen nog, beperkte faciliteiten en kwam elkaar dus overal tegen. Dat gevoel van samenhorigheid is er nu twintig jaar later nog steeds. Estelle: “Veel mensen wonen hier al sinds het begin, waardoor veel mensen elkaar kennen van het winkelcentrum, de basisscholen of gewoon uit de buurt. Dat geeft toch een soort dorpsgevoel hier in de grote stad.”

“Veel mensen wonen hier al sinds het begin, waardoor veel mensen elkaar kennen van het winkelcentrum, de basisscholen of gewoon uit de buurt. Dat geeft toch een soort dorpsgevoel hier in de grote stad”

 

J.M. Arsath Ro'is - april 1970

Bocht naar Verbindingsdam – J.M. Arsath Ro’is – april 1970

September 2014

Bocht naar Verbindingsdam – september 2014

 

Plaats een reactie